Vreemd
Ik zie je lopen met tegenlicht
Het perfecte silhouet
Het waart al weken door mijn hoofd
Jij en ik in bed.
Maar er staan wetten en praktische bezwaren
Tussen dromen en realiteit
Misschien moet ik die even laten varen
Een asociaal, aan alles schijt.
Pas nou maar op, straks krijg je nog spijt
Maar al die aandacht, die je vleit,
Iets in haar houding, dat je verleidt
Is het een droom, is het een feit?
Ik zie mezelf in de spiegel
Een jonge God, gereed voor de jacht
De mens is vrij en dat moet je weten
Een wereld waar iedereen lacht
Je huid straalt, je kunt nauwelijks wachten
We lopen naar een hotel
Nu is het tijd voor de liefde
Voor deze avond een stel
Maar ga ik niet over lijken
Heet dit niet eigenlijk verraad
Dat hangt wel af van je positie
Met normen weet ik wel raad
(maar er staan wetten etc.)
Ga je liegen, of speel je ’t open
De traditie waar je uit stamt
De een voelt niets, een ander moet inzien
Dat zijn geweten hem verlamt
Maar er staan wetten en praktische bezwaren
Tussen dromen en realiteit
Misschien moet ik die even laten varen
Een asociaal, aan alles schijt
Maar al die aandacht, die je vleit
Iets in haar houding dat je verleidt
Haar mooie ogen bij ’t ontbijt
Is ’t een droom, is ’t een feit
Haar warme lijf, dat over je glijdt
Hou nou maar op, straks krijg je nog spijt
Een oude wond, die je openrijt
Hoe zat dat ook weer met loyaliteit
Maar al die liefde, die je bevrijdt
Een amazone die je berijdt
Waar is de ruimte, waar is de tijd? (herhaal, ad inf.)
(lied en tekst: Casper van Baarle)
